Lekkere puzzelen!
In deze vlog draait alles om voeding en glucosemanagement tijdens het sporten. Toen ik net begon met sporten na mijn diabetesdiagnose, heb ik eindeloos gezocht naar adviezen en tips om enerzijds te kunnen blijven sporten en anderzijds mijn glucosewaarden onder controle te houden. Maar eerlijk gezegd? Ik heb het grotendeels zelf moeten uitvinden. In mijn omgeving kon ik namelijk weinig tot geen mensen vinden met type 1 die ook intensief sporten.
Door de jaren heen heb ik alles zelf ontdekt, wat werkt wél, wat werkt niet? En geloof me, ik heb vaak genoeg mijn training moeten stoppen door een hypo. Dat blijft frustrerend, vooral als je er net lekker in zit. Tijdens hardlopen voel ik een hypo heel goed aankomen: mijn snelheid zakt compleet in en ik kan niet meer verder rennen. Op dat moment is het enige wat ik kan doen stoppen, iets eten en wachten tot mijn glucose weer stijgt.
Wat werkt voor mij het beste?
Mijn allerbelangrijkste tip: gebruik geen kortwerkende insuline binnen drie uur voor het sporten! Kortwerkende insuline werkt tot drie uur en zodra je in beweging komt, gaat die nóg sneller werken. Dat betekent dat ik geen kortwerkende insuline neem in de drie uur voorafgaand aan mijn training. Maar dat heeft ook gevolgen: ik kan nooit zomaar spontaan gaan sporten. Er gaat altijd een voorbereiding van minstens drie uur aan vooraf, waarin ik ook niets kan eten. Pas vlak voordat ik begin, neem ik een halve tot een hele banaan.
En wat werkt voor mij nóg beter? ’s Ochtends rennen! Als ik nog geen actieve insuline in mijn lijf heb, is de kans op een hypo aanzienlijk lager en loop ik veel lekkerder. Daarbij voel ik mij de rest van de dag zoveel beter als ik ’s ochtends al een workout heb gedaan – een beter begin van de dag bestaat wat mij betreft niet. Maar ’s ochtends rennen betekent doordeweeks dat ik voor werk moet trainen. En met de donkere dagen van de afgelopen maanden was dat ook niet ideaal.
Daarnaast heb ik door de jaren heen ontdekt dat verschillende soorten sport een andere impact hebben op mijn glucosewaarden. Hardlopen vind ik heerlijk, maar krachttraining werkt eigenlijk nóg beter voor mijn glucosewaarden. Het zorgt bij mij voor langdurig stabiele suikers. Daarom probeer ik minimaal twee keer per week een krachttraining te doen, omdat dit enorm helpt om mijn waardes stabiel te houden.
Alles onder controle? Zeker niet!
En mocht je denken dat ik na tien jaar alles wel onder de knie heb… nee dus. Wekelijks leer ik nog nieuwe dingen. De komende weken bereiken mijn trainingen een hoogtepunt: ik train nu vijf tot zes keer per week. Logisch, want over twee maanden is het zover. Mijn planning is momenteel super strak en ik kan me simpelweg geen ‘off day’ meer veroorloven. Mijn glucosewaarden moeten onder controle blijven, anders beïnvloedt dat direct mijn trainingen en herstel. Ik kan ook niet meer schuiven met trainingen, omdat mijn planning zo strak is.
Meer eten, maar hoe?
Door de intensieve training merk ik dat ik veel meer moet eten dan normaal. Ik voel het aan alles – ik heb continu honger. Dat heeft Wesley ook bevestigd tijdens onze laatste afspraak. Ik moest een eetdagboek bijhouden en we hebben een test gedaan om mijn ruststofwisseling te meten en één ding was overduidelijk: ik moet meer eten.
Klinkt leuk, toch? Meer eten! Maar in de praktijk betekent dat dat ik mijn vaste eetroutine moet loslaten. En dat voelt gek. Juist nu, in deze zware trainingsweken, wil ik alles strak onder controle hebben. Ik hou al jaren vast aan hetzelfde ontbijt, omdat ik dan weet dat mijn glucosewaarden in de ochtend tot de lunch stabiel blijven. Als ik dan ook nog een goede nacht heb gehad, heb ik alvast de helft van de dag onder controle. Maar nu is dat dus niet genoeg, ik moet of een maaltijd toevoegen of grotere porties eten.
Wesley adviseerde me om die extra calorieën niet alleen uit koolhydraten te halen, maar vooral uit vetten.
Maar vetten… dat blijft voor mij ingewikkeld. Vooral tijdens het avondeten. Mijn glucose begint namelijk een paar uur na een vetrijk diner te stijgen – en meestal gebeurt dat net als ik in bed lig of net in slaap ben gevallen. Dan gaan de alarmen weer af, moet ik uit bed om insuline te spuiten, en vervolgens lig ik wakker, hopend dat mijn glucose genoeg daalt om weer in range te komen. En juist nu heb ik mijn slaapuren hard nodig, want naast dat ik continu honger heb, ben ik eigenlijk ook continu moe.
Het blijft een puzzel. Maar ja, dat is sporten met diabetes type 1. Elke dag opnieuw zoeken naar de juiste balans en vooral niet opgeven!