Mijn lichaam staat in stressstand

08-04-2025 | 10:55

De laatste loodjes wegen het zwaarst zeggen ze, en dat is mijn geval absoluut waar. Waar het maandenlang ontzettend goed ging, beginnen de vele trainingen nu hun tol te eisen. Ik slaap al weken slecht. Ik kom moeilijk in slaap en lig ’s nachts soms urenlang wakker. Waarschijnlijk door een te hoog cortisolniveau, veroorzaakt door de intensiteit van het trainen. 

Het is gek hoe je hoofd iets anders kan doen dan je lijf. In mijn hoofd ben ik rustig en klaar voor de eindfase. Ik heb er zin in. Maar mijn lichaam lijkt in de stressstand te staan. En wat veel mensen niet weten: een verhoogd cortisolniveau en een verstoorde nachtrust beïnvloedt je bloedsuikers. Het resultaat? Al wekenlang oncontroleerbare hoge glucosewaarden.

Ik probeer krampachtig de regie te houden. Waar ik eerder controle voelde — over mijn dagindeling, mijn trainingen, mijn suikers — is nu vooral frustratie. Een gevoel van grip verliezen en dat terwijl ik juist nú, in deze cruciale fase van mijn marathonvoorbereiding, had verwacht mij sterker en fitter te voelen dan ooit.

Tot eind januari ging het fantastisch. Mijn waardes waren stabiel, mijn trainingen verliepen soepel en ik haalde met gemak een time in range van 90%. Ik voelde mij energiek, gefocust en in controle. Maar ergens onderweg begon de balans te kantelen. Mijn lijf is nu moe. Mijn lontje kort. Ik ben gespannen en heb weinig energie. En misschien is dat ook niet zo gek, als je bedenkt wat ik allemaal probeerde te combineren: fulltime werken, een druk sociaal leven, een pittig trainingsschema — inmiddels heb ik meer dan 1000 kilometer in de benen — én natuurlijk mijn diabetes. Maar nu weet ik: het is simpelweg te veel. Alles tegelijk kán niet. Daarom blijft mijn agenda in deze laatste weken richting de marathons noodgedwongen leeg in de hoop met volle energie aan de start te staan.

 

Running Movements

Gelukkig sta ik er niet alleen voor. Vanaf het begin van dit avontuur word ik begeleid door Gert-Jan en Ida van Running Movements. Zij maken mijn schema’s en coachen mij door elke fase heen. Dankzij hun begeleiding ben ik de afgelopen maanden in topvorm gekomen. En misschien nog belangrijker: nu het minder gaat, zijn zij er ook. 

Ze hebben mijn hardloopschema aangepast. Waar ik nu eigenlijk midden in mijn zwaarste trainingsweek had moeten zitten — met lange duurlopen, tempoblokken en kilometers vreten — zijn er trainingen geschrapt. Ik moet rusten. Slapen waar het kan. En proberen mijn glucosewaarden weer onder controle te krijgen.

Minder kilometers, meer rust. Verstandig? Absoluut. Maar het voelt als falen. Alsof ik mijn eigen plan niet waarmaak. Ik had de afgelopen weken zo weinig energie dat ik deze week voor het eerst begon te twijfelen — iets wat ik tot nu toe totaal niet had gedaan. Ik zal het toch wel halen...?!

Als ik dit traject alleen had gedaan, was ik waarschijnlijk gewoon doorgerend. Niet luisteren, niet voelen. Maar zij fluiten mij terug. Ze leren mij luisteren naar mijn lichaam, ook als dat betekent dat ik gas moet terugnemen. Ik zou echt niet weten wat ik zonder hen had gemoeten.

 

De frustratie van hoge waardes

Wat mij nu vooral frustreert zijn de hoge glucosewaardes. Want toen ik aan dit avontuur begon, zag ik het als een kans. Een kans om te kijken hoe strak ik mijn waardes kon krijgen. Om te laten zien wat er allemaal wél kan met type 1. Om te bewijzen dat ik twee marathons in één week kan lopen — met een lijf dat ik dagelijks handmatig moet bijsturen. Ik wilde laten zien dat je met deze ziekte groots kunt dromen.

Maar nu, op dit moment, voelt het niet zo. Nu voelt het als een constante strijd. Met mijn lichaam. Met mijn waardes. Met mijn verwachtingen.

Ik zit in een vicieuze cirkel. Mijn waardes zijn te hoog doordat ik slecht slaap — en ik slaap slecht doordat ik telkens wakker word van de alarmen van diezelfde hoge waardes. Nacht na nacht hetzelfde patroon. Het breekt me op. En de vraag die steeds harder in mijn hoofd klinkt is: hoe kom ik hier weer uit?

 Ik heb mijn langwerkende insuline flink moeten verhogen om überhaupt nog een beetje stabiel te blijven, maar het helpt nauwelijks. Mijn waardes schieten alle kanten op — vooral omhoog. Ik hoef maar naar een paar koolhydraten te kijken en mijn bloedsuiker schiet de lucht in. En dan de nachten… Ik word gek van de alarmen. Laatst besloot ik ze één nacht uit te zetten, gewoon om ononderbroken te kunnen slapen. Het gevolg: een hele nacht boven de 20 gezeten. Ik was kapot de volgende dag. Dilemma’s waar mensen zonder diabetes zich geen voorstelling van kunnen maken.

 

Tegelijkertijd worstel ik ook met voeding. Nu mijn trainingsschema is afgeschaald, moet ik mijn eetstrategie aanpassen. Minder kilometers betekent een andere energiebehoefte. Maar het advies van de diëtist is glashelder: blijf genoeg eten. Voedzaam, gebalanceerd, niet gaan ondereten. Want zonder energie kun je simpelweg niet rennen. En toch is het mentaal lastig. Want ik wil ook niet aankomen. Alles wat ik aankom, neem ik straks mee over die 42 kilometer (x2). 

Sporten met type 1 is topsport op zich. Alles moet gepland. Wanneer eet ik? Hoeveel insuline spuit ik? Wat verwacht ik dat mijn bloedsuiker gaat doen? Inmiddels loop ik vooral in de ochtend, omdat ik dan nog geen actieve insuline in mijn lijf heb. Dan heb ik de grootste kans op een stabiele training. ’s Middags lukt het niet meer, dan zijn mijn waardes te onvoorspelbaar.

 

En natuurlijk spookt regelmatig die ene vraag door mijn hoofd: Zou iemand zonder type 1 hier ook tegenaan lopen? Of zijn het juist de continue hoge suikers, het drie keer per nacht uit bed moeten, het bijsturen, tellen, denken — die deze fase zo zwaar maken? Hoeveel invloed heeft dit op mijn sportprestaties? Want type 1 is er altijd. 24/7. Het managen stopt nooit. Er is geen “even pauze”. En dat breekt mij nu op.

 

Mentaal schakelen

In deze laatste fase komt het vooral aan op het mentale stuk. Het afschalen van mijn trainingsschema en de aanhoudend hoge glucosewaarden vragen nu vooral mentaal veel van mij. Ik heb mijn verwachtingen van deze eindfase compleet moeten bijstellen. Ik moet accepteren dat ik minder kilometers loop dan gepland, en dat mijn time in range op dit moment allesbehalve perfect is. En dat is moeilijk. Want juist nu had ik me zo sterk en voorbereid willen voelen.

Ik moet nu vertrouwen op de kilometers die ik wél heb afgelegd — en dat dat genoeg is. Er staat nog één halve marathon op de planning, hopelijk kom ik die goed door. Daarna is het tijd voor twee weken rust. En dan, op 21 april, is het zover: de Boston Marathon. En zes dagen later… de London Marathon.

 

De mentale high fives van deze sporticonen  komen dan ook als geroepen. Ze geven me precies het duwtje dat ik nodig heb om door te gaan.


Steun jij mij ook?

Wil jij mij ook steunen? Dat kan nog steeds! 💙 Door te doneren draag je bij aan onderzoek naar de genezing van diabetes type 1. Link in bio!